BEWOGEN BEELD

Gezichten van de vroege verzorgingsstaat

Enkele jaren geleden plaatste het Drents Archief honderdduizenden documenten van de koloniën rondom Veenhuizen online. De database geeft een inkijkje in de geschiedenis van armoedebestrijding in Nederland. Veenhuizen was een negentiende-eeuws oord voor paupers, arme sloebers, vagebonden en onaangepasten uit het hele land. Het was een plek met meerdere gezichten: hier werd de kiem gelegd voor de Nederlandse verzorgingsstaat, maar speelden straf en repressie een minstens evenzo belangrijke rol. Het archief is een goudmijn voor zowel historici als hobbyisten die, net als ik, nieuwsgierig zijn of hun voorouders of verwanten in de koloniën hebben geleefd.

Bij het invullen van mijn achternaam in de zoekmachine vind ik 38 resultaten. Eén daarvan is Alphonsus de Nijs, hierboven afgebeeld. Hij werd geboren op 27 juli 1859 in het Zeeuwse Boschkapelle. Een vaste woonplaats of beroep had hij niet. Meermaals werd hij veroordeeld voor bedelarij en landloperij, waarna hij op 11 augustus 1896 werd opgenomen in de Rijkswerkinrichting Veenhuizen. Het is verbazingwekkend hoeveel details het dossier bevat. De lengte van zijn pink, de vorm van zijn oor, de aanwezigheid van zomersproetjes – alle kenmerken werden systematisch genoteerd. Ruim acht jaar heeft Alphonsus in Veenhuizen doorgebracht, waarna hij er op 45-jarige leeftijd overleed.

De Rijkswerkinrichting waar Alphonsus verbleef was in feite weinig meer dan een gevangenis. Het had niet veel weg van de oorspronkelijke idealen van de Maatschappij van Weldadigheid, het private initiatief dat met financiële steun van het Rijk, grote gemeenten en de adellijke elite vanaf 1818 de koloniën stichtte. Net na de Franse overheersing vormden armoede en werkloosheid een groot probleem in de steden en op het platteland.

De koloniën zouden armoedige gezinnen een betere toekomst moeten bieden door hen grond te laten ontginnen en onder toezicht een boerenbestaan op te laten bouwen. Het werd gezien als experiment, dat goed paste binnen het verlichte idee van de maakbare samenleving. Om die reden kreeg het internationaal ook veel belangstelling.

Vooraf leken er alleen maar wins te zijn: de armen zouden door het harde werken discipline krijgen, voor hun eigen levensonderhoud zorgen, geen overlast veroorzaken en bijdragen aan de binnenlandse voedselvoorziening. Maar de kolonisten bleken minder stuurbaar dan gedacht en kwamen in verweer tegen het strenge toezicht. Bovendien waren er veel minder gegadigden dan was berekend. Daarom werden al vrij snel ook ‘onvrije koloniën’ gestart, waar wezen en ‘onfatsoenlijke’ armen zoals bedelaars en landlopers onder dwang en met militaire discipline te werk werden gesteld.

De onvrije koloniën kregen al snel kritiek: is het niet een groot risico om zo veel problematische gevallen bij elkaar te zetten? En is het wel wenselijk en zinnig om kinderen zo ver weg te plaatsen, terwijl zij thuis kunnen steunen op familie en kennissen? Wezenlijke vragen waarvan echo’s doorklinken tot op de dag van vandaag. Want hoewel heropvoeding in de 20e eeuw werd vervangen door emancipatie, kent de huidige verzorgingsstaat nog altijd meerdere gezichten, laverend tussen ondersteuning en onderdrukking, menging en afzondering, en maakbaarheid en zelfredzaamheid.


Karin de Nijs

De foto’s bij dit artikel vormen een willekeurige selectie uit het archief van allekolonisten.nl en kolonienvanweldadigheid.eu

Bewogen Stad #5 De staat van de verzorgingsstad

Alle edities van Bewogen Stad zijn te vinden via hva.nl/bewogenstad Beluister alle podcasts via Bewogen Podcast Meld je aan als abonnee en ontvang een link naar nieuwe edities per e-mail Colofon